Toen wij hier aankwamen was er niets. Wat bakstenen en een
rot dak. Geen gat in de grond dat misschien ooit voor water closet had kunnen
doorgaan te bespeuren. Niets is niet veel.
Vandaag kunnen we spreken van veel. Een netwerk van
rioleringsbuizen, waterleidingen en elektriciteitsdraden doorklieft onze
ondergrond, van het huis naar de nog te verbouwen stal, naar daar waar de tipi
opnieuw zal rijzen in de lente.
Er is een omheining en er zijn poorten.
Daarover had ik het nog niet eens; hoewel die door mijn niet te stoppen werkman
al meteen bij aankomst - in samenwerking met de 25 jaar ouwe trouwe Mercedes
voor het betere aanspanwerk - werden gezet.
Ik vergat ook nog te zeggen dat we een rij van 120 ligusters
plantten tegen de straatkant, de toekomstige haag. Die babyhaag moest al
gewaterd worden toen er hier nog niks stroomde. Een workout was dat, met vijf-literflessen
die gevuld moesten worden aan de overkant van de straat bij het publieke
waterkraantje. Met 10 tegelijk de kruiwagen in en rijtje af. Toen er water was
(ongeveer in mei) werd dat fitnessabonnement opgezegd en kon er een buis met
gaatjes in aan de kraan worden bevestigd. Dat werkt, ik had dat ook nooit
gedacht.
En de ligusters dan!
Achteraan, een rij van 15 die eerst van het water uit de put en daarna
uit ‘de spriet’ konden drinken. In April was dat een 15 cm hoog eenzaam plantje, in juli al een bescheiden, weelderig bosje groen met roze bloemen.
Ik vergat nog zoveel te vertellen. Er staat
ondertussen nóg een haag van Melaleucas, een mooi plantje dat een natuurlijke omheining wordt om onze tuin te scheiden van het vakantiegedeelte.
We hebben onze eerste boom geplant, een amandelboom. In Maart volgt de rest. Appelsien, mandarijn, citroen, limoen, avocado, walnoot,
vijg...Voor alles een boompje. Een bomenfeest. Misschien nog wel een jaar of 1,
2, 3 wachten voor er iets uit valt. Wie kent er veel van bomen? Ik niet. Nog
niet.
Ondertussen wonen we niet meer in de tipi, dat werd te koud.
Ja, het kan hier ’s ochtends en ’s avonds heel koud zijn. In een land zonder
verwarming des te kouder. Rond de kachel gaan zitten is heel gezellig, maar
voorlopig nog geen badkamers gezien met kachel dus brrrrr….als je ’s nachts
naar het toilet moet. We wonen nu even letterlijk 20 meter verderop in een klein roos
huisje met de mooiste kakofonie aan vloeren.
De Portugese mens doet sinds de
uitvinding van schoorstenen ‘vuurke stook’ op de grond van de schouw en kruipt
er dan onder, onder die schouw. Wij hebben zo’n schouw in het roze huis, bij
ons staat er een kachel in. Tegenwoordig is het ‘vuurke stook’ enkel nog aan de
oudere Portugees besteed.
In de schouw in ons huis onder constructie komt een
bad te staan. Dat bad in die schouw in ons steeds meer ‘affe’ huis zal in
de badkamer staan die nu volop in opbouw is. In het huis werden alle muren
weggekapt behalve die van de stal (nu kinderkamer) en onze kamer.
En in de
overgebleven grote ruimte werd in het midden tegen de muur aan de voorkant
(waar die schouw dus staat, onderste foto rechts) een kubus gemetst waarin onze badkamer zal huizen.
We zijn alweer een pak verder dan de foto's hierboven aantonen. Deze maand wordt de badkamer helemaal afgewerkt, ik blog veel trager dan er wordt doorgewerkt. Er is ondertussen ook een reuzekachel gearriveerd die aangesloten
is op een netwerk van buizen dat de slaapkamers en de badkamer mee zal
verwarmen. Met dat fantastisch geïsoleerde dak van ons en die lemen muren van
60 cm zullen een paar houtblokken al snel een heerlijke warmte verspreiden die
inclusief onze billen bij nachte zal strelen.
Dit gezegd zijnde - ik kan nog even doorgaan maar de lengte
van de leesbaarheid is genaderd - herinner ik me ook nog dat ik het nog niet had
over die kiezelweg voor ons huis en het houtkot dat mijn verbouwingstarzan tussendoor
even voor rekening nam. En ik help hem met mijn 2 linkerhanden waar ik kan, die
handen van mij…daar kom ik later dan wel weer eens op terug.
Tchuss, van in de bergen dicht bij zee in de winterzon ver
weg van frieten met stoofvleessaus )-: